Een golf van hoop

_DSC0389
Een negentigtal leerlingen werd gered vanop het dak van de overstroomde lagere school van Nakahama. De school is zo goed als het enige wat nog van de buurt is overgebleven.

Na drie rampen tegelijk te hebben beleefd, richt Kiwanis Japan zich op één kerngebied waar de nood hoog is: opvoeding.

Tekst en foto’s: Jack Brockley

Souta Sasaki was 15 jaar oud en alles ging goed. Morgen, op 12 maart 2011, zou hij afstuderen van de middelbare school van Shizugawa. Hij zou naar de hogeschool van Kesennuma gaan en later naar de universiteit.

Dat waren zijn plannen tot op dat ogenblik.

“Ik zat op de middelbare school,” zegt hij. “Ik dacht niet veel verder na. Ik wist alleen dat ik graag naar huis wilde terugkeren.

Waarom?

“Omdat ik van mijn stad houd.”

Op 11 maart 2011, om 14:46 uur ’s namiddags, zat Sasaki op zijn bank in de school op de heuveltop. Omdat voor de volgende dag een afstudeerfeest gepland was, waren hij en zijn klasgenoten papieren aan het uitsorteren, die hun leraar net had uitgedeeld. Ongeveer 50 mijl naar het oosten, 18 mijl onder het wateroppervlak van de Stille Oceaan, begon een enorme tectonische plaat te schuiven. Delen van het landoppervlak van het eiland Honshu stortten in. De aardas verschoof. Volgens berekeningen van de NASA zou deze verschuiving de lengte van iedere dag met ongeveer 1,8 microseconde hebben verkort.

_DSC0579
Het gebouw van de Dienst voor Crisisbeheer van Shizugawa werd bijna volledig overstroomd door de golven van de tsunami. Van de 53 mensen het dak bereikten, hebben er slechts tien de ramp overleefd.

De “Grote Oostelijke Aardbeving” was een van de krachtigste aardbevingen die Japan ooit heeft beleefd. Ze bracht enorme golven teweeg, waarvan er sommige bijna 30 meter hoog werden, en zorgde voor een nucleaire “meltdown” in de Fukushima Daiichi-kerncentrale. Deze driedelige ramp wordt over het algemeen “3.11” genoemd. Volgens de Japanse Nationale Politie kostte hij het leven aan meer dan 15.000 mensen. Er zijn ook meer dan 2.500 mensen vermist. 3.11 veranderde de manier waarop Japan naar aardbevingen en tsunami’s kijkt en zich hierop voorbereidt.

Ook de opvoedingsroutines voor de leerlingen in het gebied werden hierdoor veranderd. En dat is de reden waarom – en de manier waarop – Souta Sasaki en Kiwanis elkaar ontmoet hebben.

Enkele minuten na de aardbeving loeiden sirenes heen en weer langs de haven, en echode Miki Endo’s rustige en krachtige stem over de heuvelrug met de woorden “Waarschuwing! Er is een tsunami op komst. Ga naar een hoger gelegen gebied.”  (Endo overleed in haar station toen de golven het drie verdiepingen hoge gebouw van de Dienst voor Crisisbeheer van de stad overstroomden.)

Video’s die gefilmd werden van op het uitkijkpunt van de middelbare school tonen verkeer dat zo snel mogelijk van de kust wegrijdt en groepen mensen die de betonnen treden naar de hooggelegen school op klimmen. De zee spoelde met gemak over de twee verdiepingen hoge havenmuren en overstroomde de stad. Huizen stortten in terwijl ze op elkaar botsten. Auto’s en vrachtwagens drijven mee op de woeste rivier, die volledig uit wrakstukken bestaat. Op één van de beelden grijpt het water de achterwielen van een autobus terwijl deze langs de bochtige weg naar de school omhoog rijdt. Het voertuig slingert, maar de banden slagen erin op de weg te blijven en de bus ontsnapt.

Sasaki heeft hier niets van gezien. De leerlingen werden binnen gehouden tot het water begon te wijken.

“Er waren overal branden,” zo herinnert hij zijn zijn eerste blik op Shizugawa. “Het was erg koud en het sneeuwde.”

Zijn gedachten gingen snel naar zijn ouders.

“Ik dacht dat mijn moeder hoogstwaarschijnlijk dood was,” zegt hij. “Zij was kleuterleidster in een school die zich dichtbij het strand bevond. Ik dacht dat mijn vader in veiligheid zou zijn, omdat zijn school zich op grote afstand bevond.”

De leerlingen van de middelbare school bleven gedurende drie dagen in hun klas. Sasaki en zijn moeder, Chika, werden vijf dagen later met elkaar verenigd. Zijn vader, Takayoshi, werd vermist. Eén jaar en vier maanden later werd zijn lichaam ontdekt en geïdentificeerd — een van de vele slachtoffers van een van de treurigste tragedies van de ramp. Op de lagere school van Okawa waar Takayoshi in het tweede jaar lesgaf, zijn 74 leerlingen overleden of vermist. Tien van de elf leraren van de onderwijsinstelling zijn overleden.

_DSC0665
Na de fusie van twee vernietigde scholen opende de lagere school Miyano Mori zijn deuren in februari 2017, bijna zes jaar na die noodlottige elfde maart.

Geschokt door zijn persoonlijk verlies liep Souta Sasaki rond door het puin van zijn geliefde stad. Hij meldde zich ook als vrijwilliger om andere overlevenden te helpen in een tijdelijke schuilplaats die was ingericht in het gymnasium van de lagere school van Shizugawa. Het was daar dat hij Ayumi Ogusu ontmoette. Ogusu was een vrijwilligster uit Tokyo, die snel begreep welke gevolgen de ramp op de leerlingen en hun opleiding zou hebben. Dit was een bekommernis die zij gemeen had met Kiwanis-leden uit te omgeving.

“In het begin woonden de kinderen in tijdelijke schuilplaatsen waar ook hun leraren verbleven,” zegt Yoshiaki Sato van de Kiwanis-club van Sendai. “Toen ze naar tijdelijke woningen verhuisden, werden ze verspreid en was er niemand om hen te helpen. De tsunami ontwrichtte hun leven, en ze raakten de gewoonte om te studeren kwijt, niet alleen in Shizugawa, maar ook in andere getroffen gebieden.”

Om dit probleem aan te pakken, stichtte Ogusu TERACO, een onderwijscentrum waar leerlingen konden studeren en zich konden voorbereiden om op een hogeschool, in een college of op een werkplaats aanvaard te worden. Oorspronkelijk woonden de kinderen in tijdelijke schuilplaatsen; daarom werd TERACO daar opgericht. Toen de gezinnen naar tijdelijke woningen verhuisden, opende hotel Kanyo zijn kamers voor de leerlingen van TERACO. Toen de leefomstandigheden bleven veranderen, bood een schenking van Kiwanis TERACO de mogelijkheid een tijdelijke bibliotheek dichtbij de scholen van Shizugawa te bouwen.

“Dankzij genereuze ondersteuning vanuit de hele wereld ontvingen Kiwanis Japan en de Kiwanis-club van Sendai meer dan een half miljoen dollar, inclusief een schenking van het Kiwanis-kinderfonds,” aldus Sato. (Deze vrijgevigheid inspireerde het district zodanig dat 100 procent van zijn clubs het Eliminate-project hebben ondersteund).  “De stichting van het district Japan en de Kiwanis Japan Foundation hebben het “Kiwanis Clubs Joint Fund” opgericht, dat zal worden beheerd door de Kiwanis-clubs in de getroffen gebieden: Sapporo, Sendai, Fukushima en Chiba.” (De club van Sendai richtte ook zijn eigen fonds op en brengt op webpagina’s van sendaikiwanis.jp/eng verslag uit over de verdeling van geld uit beide fondsen. Veel scholen konden zich bijvoorbeeld geen buitenschoolse activiteiten meer veroorloven. Kiwanis vulde deze leemte op, verving sportuitrusting, organiseerde muziek- en toneelvoorstellingen en ondersteunde naschoolse studieprogramma’s.)

_DSC0460

Sasaki studeert geregeld bij TERACO, waar hij andere leerlingen heeft ontmoet die als vrijwilliger werkten, met hem spraken over zijn toekomst en invloed uitoefenden op zijn beslissing om naar de Miyagi-onderwijsuniversiteit (Miyagi University or Education) te gaan. Vandaag de dag keert hij vaak naar huis terug — op bijna 97 kilometer afstand van zijn campus in Sendai — om kinderen te begeleiden.

Hij heeft ook een getuigschrift behaald om als woordvoerder voor ramppreventie op te treden. Hij leidt uitstappen naar rampgebieden en spreekt voor groepen over 3.11. Via de sociale media legt hij contact met leden van andere families die op de lagere school van Okawa een kind of ouder verloren hebben.

“Iedereen doet erg zijn best om te accepteren wat hij of zij heeft meegemaakt,” zegt hij. “Ze hebben hun woning en familieleden verloren, maar zelf leven ze nog. Ze zijn vastbesloten alles te doen wat ze kunnen om hun verlies te verwerken en het zich te blijven herinneren.”

Sasaki herinnert het zich ook. Zijn vader, zegt hij, werd zowel door zijn leerlingen als door zijn coillega’s gerespecteerd. Als Takayoshi’s zoon is een van de geliefkoosde herinneringen van Souta hun uitstapjes naar de warmwaterbronnen van het gebied. Maar hij had nog nooit de school van zijn vader bezocht. Nu komt hij daar vaak naartoe.

Op een koude, winderige namiddag in februari dit jaar leidde hij een kleine groep Kiwanis-leden en mediaploegen naar de site bij de Kitakami-rivier. Daar zou hij hen de klas van zijn vader tonen, waar een lint van verticaal, verwrongen en gebroken betonstaan het enige overblijvende bewijs is van wat eens de buitenmuur was. Ze zouden parten over de nabijgelegen toegangweg, waar de kinderen en hun leraars tevergeefs hadden getracht aan het snel opkomende water te ontstnappen.

Vóór de rondleiding hield Sasaki stil bij een gedenkplaats. Andere bezoekers hadden daar Boeddhabeeldjes, planten, wierookstokjes en dergelijke achtergelaten. In stilte en met gebogen hoofd betuigde Sasaki eer aan de kinderen en volwassenen die daar overleden waren. Dit is een ritueel dat hij herhaalt bij iedere door de ramp getroffen gemeenschap die hij bezoekt.

“Wij mogen niet vergeten,” zegt hij. “Iedere generatie moet zich herinneren wat die dag gebeurd is, zodat we ons kunnen voorbereiden en voorkomen dat het opnieuw gebeurt.”

Dit verhaal is oorspronkelijk verschenen in het kwestie van Kiwanis in augustus 2017.